Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 4:44-46-48-49 Het Boek (HTB)

44-46. Hieronder volgen de wetten die Mozes aan de Israëlieten gaf toen zij Egypte verlieten en verbleven ten oosten van de Jordaan in de buurt van de stad Bet-Peor. Dit land was vroeger in het bezit van de Amorieten en hun koning Sichon, die in Chesbon woonde. Hij en zijn volk werden door Mozes en de Israëlieten vernietigd.

47. Israël veroverde diens land en dat van koning Og van Basan, beiden waren Amoritische koningen, die ten oosten van de Jordaan regeerden.

48-49. Israël veroverde ook het gehele gebied tussen Aroër aan de rand van het dal van de Arnon en de berg Sion—ook wel Hermon genoemd—en al het vlakke land ten oosten van de Jordaan tot aan de Zoutzee, aan de voet van de hellingen van de berg Pisga.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 4