Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 34:3-8 Het Boek (HTB)

3. Ook zag hij de Negev en het dal van de Jordaan en Jericho, de stad van de palmbomen, en Soar.

4. ‘Dat is het beloofde land,’ zei de Here tegen Mozes. ‘Ik beloofde Abraham, Isaak en Jakob dat Ik het hun nakomelingen zou geven. Nu hebt u het gezien, maar u zult het niet binnengaan.’

5. Zo stierf Mozes, de dienaar van de Here, in het land Moab, zoals de Here had gezegd.

6. En de Here begroef hem in een dal bij Bet-Peor in Moab, maar tot nu toe weet niemand precies waar hij ligt.

7. Mozes was honderdtwintig jaar oud toen hij stierf, maar zijn ogen waren nog goed en hij was nog net zo sterk als een jonge man.

8. Het volk Israël rouwde dertig dagen om hem op de vlakte van Moab.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 34