Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 34:1-5 Het Boek (HTB)

1. Toen beklom Mozes vanuit de vlakte van Moab de top van de Pisga op de berg Nebo, tegenover Jericho. De Here toonde hem het beloofde land en hij keek uit over Gilead tot aan Dan:

2. hij zag Naftali liggen en Efraïm, Manasse en daar verderop Juda, dat zich uitstrekt tot aan de Middellandse Zee.

3. Ook zag hij de Negev en het dal van de Jordaan en Jericho, de stad van de palmbomen, en Soar.

4. ‘Dat is het beloofde land,’ zei de Here tegen Mozes. ‘Ik beloofde Abraham, Isaak en Jakob dat Ik het hun nakomelingen zou geven. Nu hebt u het gezien, maar u zult het niet binnengaan.’

5. Zo stierf Mozes, de dienaar van de Here, in het land Moab, zoals de Here had gezegd.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 34