Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 32:29-31 Het Boek (HTB)

29. Ach, Ik zou willen dat de Israëlieten wijs waren! Konden zij het maar begrijpen! Wisten zij maar wat hun te wachten staat!

30. Hoe zou één enkele vijand duizend van hen kunnen achtervolgen, hoe zouden twee vijanden tienduizend van hen op de vlucht kunnen jagen als hun Rots hen niet alleen had gelaten?

31. Want de rots van andere volken lijkt in de verste verte niet op onze Rots, gebeden tot hun goden zijn waardeloos.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 32