Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 29:26-29 Het Boek (HTB)

26. Want zij dienden en aanbaden vreemde goden en overtraden op die manier zijn uitdrukkelijke verbod.

27. Daarom keerde de toorn van de Here zich tegen zijn land en al zijn vervloekingen (die in dit boek staan opgeschreven) werden uitgestort over dit volk.

28. In hevige toorn rukte de Here het uit zijn land weg en verdreef het naar een ander land.”

29. Er zijn geheimen die de Here, uw God, u niet heeft geopenbaard. Maar deze woorden, die Hij wel heeft geopenbaard, moeten wij en onze kinderen voor altijd gehoorzamen.’

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 29