Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 28:22-38 Het Boek (HTB)

22. Hij zal u straffen met tuberculose, koorts en infecties. Er zal een hittegolf komen en uw oogsten op het veld zullen door droogte worden vernietigd. Al deze plagen zullen aanhouden tot u omkomt.

23. De hemel boven u zal zo strak zijn als koper en de aarde zo hard als ijzer.

24. De Here zal het stof en zand laten regenen en de stofstormen zullen u vanuit de hemelen vernietigen.

25. De Here zal u als een verslagene uitleveren aan uw vijanden. Als een geordend leger zult u de vijand tegemoet gaan, maar als u de vijand bent genaderd, zult u alle kanten uitvluchten. U zult van het ene land naar het andere over de aarde rondzwerven zonder rust te vinden.

26. De vogels en de wilde dieren zullen uw lijken eten en er zal niemand zijn om hen weg te jagen.

27-28. De Here zal u treffen met Egyptische zweren, gezwellen, schurft en jeuk en tegen geen van die ziekten zal een medicijn bestaan. Hij zal waanzin, blindheid en paniek onder u sturen.

29. Bij klaarlichte dag zult u rondtasten als een blinde in het donker. U zult tegenslag hebben bij alles wat u doet. U zult voortdurend in verdrukking leven en worden beroofd en niemand zal u kunnen redden.

30. Iemand anders zal met uw verloofde trouwen, iemand anders zal in het huis wonen dat u bouwde en iemand anders zal de druiven eten van de wijngaard die u plantte.

31. Uw runderen zullen voor uw ogen worden geslacht, maar u zult zelfs geen klein stukje van het vlees krijgen. Uw ezels zullen worden weggeroofd waar u bij staat en zullen nooit meer bij u terugkomen. Uw kleinvee zal aan uw vijanden worden gegeven. En er zal niemand zijn om u uit deze ellende te redden.

32. U zult werkeloos moeten toekijken wanneer uw kinderen als slaven worden weggeleid. Uw hart zal breken van verlangen naar hen, maar u zult niet in staat zijn hen te helpen.

33. Een vreemd volk waarvan u nog nooit hebt gehoord, zal eten van de oogsten die u met moeite hebt verbouwd. U zult voortdurend worden verdrukt en vertrapt.

34. De ellende die u om u heen ziet, zal u krankzinnig maken.

35. De Here zal u treffen met kwaadaardige, ongeneeslijke zweren op uw knieën en dijen die u ten slotte van voetzool tot kruin zullen bedekken.

36. Hij zal u en de koning die u zult kiezen, verbannen naar een land waarvan noch u, noch uw voorouders, ooit hadden gehoord. En in uw ballingschap zult u goden van hout en steen aanbidden!

37. U zult een voorwerp van afschuw en bespotting worden. U zult op een afschuwelijke wijze te kijk staan voor alle volken van de wereld, waarnaar de Here u zal wegvoeren.

38. U zult veel zaaien maar weinig oogsten, want de sprinkhanen zullen uw oogsten opvreten.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 28