Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 22:1-9 Het Boek (HTB)

1. ‘Als u ziet dat een os of een schaap van iemand verdwaalt, doe dan niet alsof u het niet ziet, maar breng het dier terug naar zijn eigenaar.

2. Als u niet weet wie de eigenaar is of hij woont ver weg, neem het dan mee naar uw eigen huis en houd het daar tot de eigenaar het dier komt zoeken en geef het hem dan terug.

3. Hetzelfde geldt voor ezels, kleding of iets anders dat u vindt. Bewaar het voor de eigenaar en onttrek u niet aan uw verantwoordelijkheid.

4. Als u iemand bezig ziet een os of een ezel overeind te krijgen, nadat het dier is gaan liggen, kijk dan niet de andere kant op. Ga erheen en help hem!

5. Een vrouw mag geen mannenkleren dragen en een man geen vrouwenkleren. Dat is iets afschuwelijks in de ogen van de Here, uw God.

6. Als u een vogelnest op de grond ziet liggen of u ziet er een in een boom en er zitten jonge vogels of eieren in, waar de moeder in het nest op zit, haal dan niet de moeder en haar jongen weg.

7. Laat haar gaan en neem alleen de jongen. De Here zal u daarvoor zegenen.

8. Als u een nieuw huis bouwt, moet u een borstwering rond het platte dak maken om te voorkomen dat iemand eraf valt en u zo de schuld over uw huis brengt.

9. Zaai geen andere gewassen tussen de planten in uw wijngaard. Als u dat wel doet, zullen de gewassen en de druiven door de priesters in beslag worden genomen.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 22