Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 21:6-13 Het Boek (HTB)

6. De leiders van de stad zullen daarna hun handen wassen boven de jonge koe

7. en zeggen: “Onze handen hebben dit bloed niet vergoten, onze ogen hebben deze misdaad niet zien gebeuren.

8. Och Here, vergeef uw volk Israël dat U hebt verlost. Beschuldig het niet van de moord op een onschuldige man.”

9. Zo zult u de schuld uit uw midden wegdoen door deze aanwijzingen van de Here uit te voeren.

10. Als u oorlog voert en de Here, uw God, geeft de vijand aan u over

11. en u ziet onder de gevangenen een mooie vrouw die u wel als vrouw zou willen hebben,

12. neem haar dan mee naar huis. Daar moet zij haar hoofdhaar afscheren, haar nagels knippen

13. en andere kleren aantrekken. De kleren die zij aanhad toen zij gevangen werd genomen, moet zij uittrekken. Een volle maand zal zij daarna in uw huis rouwen om haar vader en moeder. Daarna mag u met haar slapen, zodat zij uw vrouw wordt.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 21