Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 19:12-21 Het Boek (HTB)

12. dan zullen de leiders van zijn woonplaats hem daar laten ophalen en hem overleveren aan de wreker van de dode, zodat die hem kan doden.

13. Heb geen medelijden met zo iemand! Zo bevrijdt u zich van de bloedschuld die op Israël rust en dan het zal goed met u gaan.

14. Als u aankomt in het land dat de Here, uw God, u geeft, steel dan geen land van uw buurman door stiekem de grenspalen te verplaatsen die zijn voorouders volgens hun rechtmatig erfdeel hebben geplaatst.

15. Veroordeel niemand op grond van de uitspraak van slechts één getuige. Er moeten minstens twee of drie getuigen zijn.

16. Als iemand een vals getuigenis aflegt en zegt dat hij iemand anders iets strafbaars zag doen terwijl dat niet waar is,

17. moeten beide mannen voor de priesters en rechters worden gebracht die op dat moment dienst doen voor de Here.

18. Zij moeten zorgvuldig worden ondervraagd en als blijkt dat de getuige liegt,

19. zal zijn straf dezelfde zijn als die hij de andere man toewenste. Op die manier zult u het kwaad uit uw midden wegdoen.

20. Wie ervan horen, zullen dan wel oppassen dat ze geen leugens vertellen als zij moeten getuigen.

21. U mag geen medelijden hebben met een valse getuige. Hierbij geldt: leven om leven, oog om oog, tand om tand, hand om hand, voet om voet.’

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 19