Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 18:11-14 Het Boek (HTB)

11. Hij mag geen slangen bezweren, medium of tovenaar zijn of de geesten van de doden oproepen.

12. De Here heeft een diepe afkeer van ieder die dit soort dingen doet. Daarom zal de Here, uw God, de volken die zich met deze zaken bezighouden, uit het land verdrijven.

13. U moet een zuiver leven leiden voor de Here, uw God.

14. De volken waarvan u het land in bezit zult nemen, houden zich allemaal bezig met zaken als toverij en waarzeggerij. Maar de Here, uw God, zal niet toestaan dat u dat ook doet.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 18