Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 17:6-14 Het Boek (HTB)

6. Maar breng nooit iemand ter dood als er maar één getuige tegen hem is, het moeten er minstens twee of drie zijn.

7. De getuigen zullen de eerste stenen gooien, waarna alle mensen zullen meehelpen het vonnis te voltrekken. Op die manier zult u al het kwaad uit uw midden verwijderen.

8. Als u een zaak wordt voorgelegd, die te moeilijk voor u is—bijvoorbeeld als iemand schuldig is aan moord wanneer niet genoeg bewijs tegen hem bestaat of als inbreuk is gepleegd op iemands rechten—dan moet u met die zaak naar het heiligdom van de Here, uw God, gaan,

9. naar de priesters en Levieten. De dienstdoende rechter zal over die zaak een uitspraak doen.

10. U moet handelen volgens de rechtspraak die vanuit het heiligdom wordt vastgesteld. Het vonnis moet nauwkeurig worden uitgevoerd.

11. En de straf die op deze wijze is bepaald, moet volledig worden uitgevoerd.

12. Als de beklaagde de beslissing van de priester of rechter, die door God in dit ambt is aangesteld, niet wil aanvaarden, krijgt hij de doodstraf. Zulke zondaars moeten uit Israël worden verbannen.

13. Als iedereen hoort wat er gebeurt met degene die Gods uitspraak durft tegen te spreken, zal men er wel voor oppassen nog eens een gerechtelijke uitspraak te betwisten.

14. Wanneer u aankomt in het land dat de Here, uw God, u zal geven en u het hebt veroverd en u bent van mening dat u een koning zou moeten hebben, net als de volken rondom u,

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 17