Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 15:1-6 Het Boek (HTB)

1. ‘Aan het einde van elk zevende jaar moeten alle schulden worden kwijtgescholden.

2. Iedere schuldeiser zal de schuld die een andere Israëliet bij hem heeft, volledig kwijtschelden, want de Here heeft iedereen van zijn verplichtingen ontslagen.

3. Deze kwijtschelding geldt niet voor buitenlanders, maar wat uw broeder u schuldig is, moet u hem kwijtschelden.

4-5. Niemand zal hierdoor arm worden want, als u dit gebod gehoorzaamt, zal de Here u rijk zegenen in het land dat Hij u geeft. De enige voorwaarde die de Here stelt voor zijn zegen, is dat u zorgvuldig leeft naar de geboden van de Here, uw God, die ik u vandaag geef.

6. Hij zal u zegenen zoals Hij heeft beloofd. U zult aan vele volken geld uitlenen, maar zelf zult u nooit iets hoeven lenen. U zult heersen over vele volken, maar zij zullen niet over u heersen.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 15