Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 14:19-20-25 Het Boek (HTB)

19-20. Op enkele uitzonderingen na zijn alle gevleugelde insecten onrein voor u en mogen niet worden gegeten.

21. Eet niets dat een natuurlijke dood is gestorven. Een buitenlander die bij u woont, mag daarvan wel eten. U mag het hem geven of verkopen maar zelf niet eten, want u bent heilig voor de Here, uw God.Kook een jonge geit niet in de melk van zijn moeder.

22. U moet trouw elk jaar de opbrengst van al uw oogsten door tien delen.

23. Breng een tiende deel naar de Here, uw God op de plaats die Hij zal kiezen als zijn heiligdom en eet daar het tiende deel van uw koren, uw jonge wijn, uw olijfolie en het eerstgeborene van de runderen en schapen. Het doel van het geven van de tienden is u te leren God altijd de eerste plaats in uw leven te geven.

24. Als de plaats die de Here voor zijn heiligdom kiest, te ver weg is om uw tienden daarheen te kunnen brengen,

25. mag u het tiende deel van uw oogsten en kudden verkopen en het geld naar het heiligdom van de Here brengen.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 14