Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 12:8-28 Het Boek (HTB)

8. U zult niet langer uw eigen zin doen, zoals tot nu toe; iedereen doet nu wat hij denkt dat goed is.

9. Want deze wetten gaan pas in als u bent aangekomen op de plaats van rust die de Here u zal geven.

10. Maar wanneer u de Jordaan oversteekt en in het beloofde land woont, zal de Here u rust geven en u beschermen tegen uw vijanden.

11. Dan moet u al uw brandoffers en andere offers naar zijn heiligdom brengen. De plaats, die Hij zal kiezen als zijn huis.

12. U zult daar voor de ogen van de Here blij zijn, samen met uw zonen, dochters en dienaren. En vergeet niet de Levieten voor dat feest uit te nodigen, want zij hebben geen eigen grondgebied.

13. Let erop dat u uw brandoffers niet zomaar ergens offert,

14. u mag dat alleen doen op de plaats die de Here zal kiezen. Hij zal een plaats uitkiezen in een gebied dat aan een van de stammen is toegewezen. Alleen dáár mag u offeren en alles doen wat ik u opdraag.

15. Het vlees dat u eet, mag wel overal worden geslacht, net zoals u nu doet met de gazellen en herten. Eet zoveel van dit vlees als u lust, want de Here heeft u zijn zegen gegeven. Ook zij die onrein zijn, mogen hiervan eten.

16. Alleen het bloed van het vlees mag u niet eten, giet het als water uit op de grond.

17. Geen enkel offer mag thuis worden gegeten. Noch de tienden van uw koren, jonge wijn en olijfolie, noch het eerstgeborene van uw kudden, noch uw vrijwillige offers, noch iets waarvan u hebt gezworen dat u het aan de Here wilde geven, noch de vrijwillige en extra gaven.

18. Al deze offers moeten naar de door de Here uitgekozen plaats worden gebracht, waar u, uw kinderen en de Levieten ze onder de ogen van de Here, uw God, zullen eten. Wees dan blij voor de Here, uw God, voor alles wat uw werk heeft opgeleverd.

19. En zorg ervoor dat u de Levieten nooit vergeet, deel alles met hen.

20-23. Wanneer de Here uw grenzen naar buiten verlegt en zijn heiligdom te ver van u is verwijderd, dan mogen uw kudden bij uw eigen huis worden geslacht, net zoals u nu doet met gazellen en herten. Ook onreine personen mogen met u van dat vlees eten. Let er alleen op dat u het bloed niet eet, want dat is de ziel en u zult de ziel niet met het vlees opeten.

24-25. Het bloed moet als water op de grond worden uitgegoten. Als u dat alles doet, zal het goed gaan met u en uw kinderen.

26-27. Alleen uw geschenken aan de Here, de offers die u onder ede aan de Here hebt beloofd en uw brandoffers moeten naar het huis van de Here worden gebracht. Zij mogen alleen worden geofferd op het altaar van de Here, uw God. Het bloed zal op het altaar worden uitgegoten en daarna zult u het vlees eten.

28. Zorg ervoor dat u al deze geboden zorgvuldig naleeft. Als u doet wat goed is in de ogen van de Here, uw God, zal het altijd goed gaan met u en uw kinderen.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 12