14. U was het ermee eens.
15. Ik heb van elke stam enkele mannen die u uitkoos, benoemd tot leiders over u met de zorg voor duizend, honderd, vijftig of tien mensen. Zij moesten meningsverschillen oplossen en u op allerlei manieren terzijde staan.
16. Ik drukte hen op het hart altijd rechtvaardig en onbevooroordeeld te zijn, niet alleen voor hun eigen mensen maar ook tegenover de buitenlanders!