Oude Testament

Nieuwe Testament

Deuteronomium 1:1-6 Het Boek (HTB)

1. In dit boek staan de toespraken van Mozes tot het volk Israël tijdens het verblijf in de woestijn aan de oostkant van de Jordaan, in de omgeving van Suf, Paran, Tofel, Laban, Chaserot en Di-Zahab.

2. De afstand van de berg Horeb naar Kades-Barnea kan te voet in elf dagen worden afgelegd.

3. Op de eerste dag van de elfde maand, in het veertigste jaar van hun omzwervingen door de woestijn, gaf Mozes het volk Israël nog eens al de woorden door die de Here tot hem had gesproken.

4. De Israëlieten hadden onder leiding van Mozes toen al koning Sichon van de Amorieten verslagen bij Chesbon. Ook hadden zij koning Og van Basan, die in Astarot woonde, bij Edreï een zware nederlaag toegebracht.

5. Daar, aan de overzijde van de Jordaan in het land Moab, legde Mozes de wetten en voorschriften die de Here hem had gegeven, uit aan het volk.

6. Hij zei: ‘De Here, onze God, heeft bij de berg Horeb tegen ons gezegd: “U bent hier lang genoeg geweest.

Lees verder hoofdstuk Deuteronomium 1