Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Samuël 7:25-29 Het Boek (HTB)

25. Here God, doe dan wat U beloofde aan mij en mijn nageslacht.

26. Ik bid dat U voor eeuwig zult worden geëerd omdat U de God van Israël bent en mijn nageslacht voor U bewaard zal blijven.

27. Want U hebt mij geopenbaard, o Here van de hemelse legers, God van Israël, dat ik de eerste ben van een gezegend nageslacht, daarom ben ik zo vrijmoedig geweest dit gebed uit te spreken.

28. Want U bent werkelijk God en uw woorden zijn waarheid. U hebt mij deze goede dingen beloofd,

29. doe daarom wat U mij hebt toegezegd! Zegen mijn familie voor eeuwig! Moge ons nageslacht altijd voor uw ogen blijven voortbestaan, want U, Here God, hebt het beloofd.’

Lees verder hoofdstuk 2 Samuël 7