Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Samuël 22:1-8 Het Boek (HTB)

1. Nadat de Here David had gered van Saul en al zijn andere vijanden, zong hij het volgende lied voor de Here:

2. ‘De Here is mijn Rots, mijn Burcht en mijn Redder.

3. Ik wil schuilen bij God, want Hij is mijn Rots en toevluchtsoord. Hij is mijn schild en mijn heil, mijn toevluchtsoord en hoge toren.O mijn Redder, dat U mij redde van al mijn vijanden.

4. Ik zal de Here loven, want Hij is het waard geprezen te worden, Hij zal mij redden van al mijn vijanden.

5. De golven van de dood omspoelden mij, stormvloeden van kwaad stortten zich op mij.

6. Ik zat in de val, onwrikbaar vastgebonden door hel en dood.

7. Maar in mijn angst riep ik de Here en vanuit zijn tempel hoorde Hij mij. Mijn hulpgeroep bereikte Hem.

8. Toen schokte en trilde de aarde, de fundamenten van de hemel beefden door zijn toorn.

Lees verder hoofdstuk 2 Samuël 22