Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Samuël 2:1-5 Het Boek (HTB)

1. David vroeg daarna aan de Here: ‘Zal ik teruggaan naar Juda?’ En de Here antwoordde: ‘Ga.’ ‘Naar welke stad moet ik gaan?’ vroeg David. ‘Naar Hebron,’ was het antwoord van de Here.

2. Dus verhuisde David met zijn vrouwen Ahinoam en Abigaïl.

3. Ook de mannen die bij hem waren, gingen met hun gezinnen in Hebron wonen.

4. Daar kwamen de leiders van Juda bij David en zalfden hem tot koning over heel Juda. Kort daarop hoorde David dat de mannen van Jabes in Gilead Saul hadden begraven.

5. Hij stuurde hun de volgende boodschap: ‘De Here zegene u omdat u zo trouw bent aan uw koning Saul en hem een waardige begrafenis hebt gegeven.

Lees verder hoofdstuk 2 Samuël 2