Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Kronieken 25:12-27 Het Boek (HTB)

12. Nog eens tienduizend mannen werden gevangengenomen, naar de rand van een afgrond gebracht en naar beneden gegooid, waar zij te pletter vielen.

13. Ondertussen overvielen de Israëlitische troepen die door Amazia naar huis waren gestuurd, enkele steden van Juda in de buurt van Bet-Horon. Zij kwamen vanuit Samaria, doodden bij hun actie drieduizend burgers en wisten een grote buit te bemachtigen.

14. Na de Edomieten te hebben verslagen, keerde koning Amazia terug. Hij had de afgodsbeelden die waren buitgemaakt op de mensen uit het gebergte van Seïr meegenomen en zette die neer als goden. Hij boog voor hen en verbrandde er zelfs reukwerk voor.

15. De Here werd toornig en stuurde een profeet met de vraag: ‘Waarom aanbidt u uitgerekend goden die niet eens in staat waren hun eigen volk tegen u te beschermen?’

16. ‘Heb ik u soms om advies gevraagd?’ zei de koning op hoge toon. ‘Houd uw mond, anders laat ik u doden!’ De profeet ging weg, maar niet zonder een laatste waarschuwing te uiten: ‘Ik weet dat God heeft besloten u te vernietigen, omdat u deze afgoden vereert en niet naar mijn raad hebt geluisterd.’

17. Koning Amazia van Juda pleegde overleg met zijn raadgevers en liet aan koning Joas van Israël, de zoon van Joahaz, de kleinzoon van Jehu, zeggen: ‘Kom, laten we elkaar ontmoeten en zien wie van ons de sterkste is.’

18. Koning Joas beantwoordde zijn uitdaging met een parabel: ‘In de bergen van de Libanon eiste een distel van een ceder: “Laat uw dochter trouwen met mijn zoon!” Op dat moment kwam een wild dier voorbij en trapte op de distel.

19. U bent natuurlijk erg trots op uw overwinning op Edom, maar ik raad u aan rustig thuis te blijven en geen ruzie met mij te zoeken. Wat hebt u eraan als u en heel Juda ten val komen?’

20. Maar Amazia wilde niet luisteren omdat God van plan was hem te vernietigen om zijn verering van de afgoden van Edom.

21. Toen trok ook Joas op en de legers ontmoetten elkaar bij Bet-Sémes in Juda.

22. Juda leed de nederlaag. Het hele leger vluchtte naar huis.

23. Koning Joas van Israël slaagde erin koning Amazia van Juda gevangen te nemen en hij bracht hem naar Jeruzalem. Daarna gaf koning Joas bevel dat honderd meter stadsmuur van Jeruzalem moest worden afgebroken. Het was het stuk tussen de Efraïmpoort en de Hoekpoort.

24. Al het goud en zilver en alle schalen uit de tempel die onder het beheer waren van Obed-Edom, en alle schatten in het paleis haalde hij weg en hij nam gijzelaars mee terug naar Samaria.

25. Koning Amazia van Juda leefde nog vijftien jaar na de dood van koning Joas van Israël.

26. De volledige levensbeschrijving van koning Amazia is te vinden in het Boek van de Koningen van Juda en Israël.

27. Vanaf de tijd dat Amazia God de rug toekeerde, probeerden zijn onderdanen in Jeruzalem voortdurend een complot tegen hem te smeden. Ten slotte moest hij naar Lachis vluchten, maar zij gingen hem achterna en doodden hem daar.

Lees verder hoofdstuk 2 Kronieken 25