Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Kronieken 2:8-16 Het Boek (HTB)

8. Stuur mij verder cederhout, cipressenhout en sandelhout uit de wouden van de Libanon, want uw mannen zijn de beste houthakkers die ik ken. Ik zal u mannen sturen die hen daarbij kunnen helpen.

9. We hebben een enorme hoeveelheid timmerhout nodig, want de tempel die ik ga bouwen, moet indrukwekkend en prachtig mooi worden.

10. Voor al uw mensen stel ik 4,4 miljoen liter tarwe, 4,4 miljoen liter gerst, vierhonderdveertigduizend liter wijn en vierhonderdveertigduizend liter olijfolie ter beschikking.’

11. Koning Churam stuurde koning Salomo het volgende antwoord: ‘Omdat de Here zijn volk liefheeft, heeft Hij u als koning over hen aangesteld.

12. Gezegend zij de Here, de God van Israël, die de hemel en de aarde heeft gemaakt en die David zo'n wijze, intelligente en verstandige zoon heeft gegeven om zijn tempel te bouwen en daarbij nog een paleis voor zichzelf.

13. Ik stuur u een van mijn beste vakmensen, meester Churam. Hij is een man met goed inzicht en verstand.

14. Zijn moeder is een Joodse vrouw uit Dan in Israël en zijn vader komt uit Tyrus. Hij is een uitstekende goud- en zilversmid, maakt prachtige dingen van koper en ijzer en weet alles van steenbewerking en houtbewerking. Hij is een vakman in het verwerken van purper, violet, byssus en karmozijn. Daarnaast kan hij uitstekend graveren en is bovendien bijzonder creatief. Hij zal samenwerken met uw handwerkslieden die mijn heer David, uw vader, heeft aangesteld.

15. Stuur mij de tarwe, de gerst, de olijfolie en de wijn waarover u sprak,

16. dan beginnen wij in de heuvels van de Libanon met houthakken. U krijgt zoveel als u nodig hebt en ik zal het in de vorm van vlotten naar Jafo laten brengen. Van daaruit kunt u het dan verder vervoeren naar Jeruzalem.’

Lees verder hoofdstuk 2 Kronieken 2