Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Kronieken 13:14-22 Het Boek (HTB)

14. Het leger van Juda zag dat het volkomen ingesloten was. Toen riepen zij tot de Here om hulp en de priesters bliezen op de trompetten.

15-16. De mannen van Juda hieven hun strijdkreet aan. En terwijl ze dat deden, gebruikte God koning Abia en de mannen van Juda: koning Jerobeam en het leger van Israël sloegen op de vlucht voor het leger van Juda en God schonk Juda de overwinning.

17-19. De mannen van Juda doodden die dag vijfhonderdduizend strijdbare Israëlieten. Door op de Here, de God van hun voorouders, te vertrouwen versloegen de mannen van Juda Israël en zetten de achtervolging in op koning Jerobeams troepen. Jerobeam raakte bovendien de steden Betel, Jesana, Efron en de omliggende dorpen aan Juda kwijt.

20. Koning Jerobeam kwam deze slag niet meer te boven, zolang koning Abia aan de macht was. Enige tijd later stierf hij door de hand van de Here.

21. Koning Abia van Juda werd echter steeds machtiger. Hij trouwde met veertien vrouwen en kreeg tweeëntwintig zonen en zestien dochters.

22. Zijn volledige levensbeschrijving en zijn toespraken staan beschreven in de Geschiedenis van Juda, opgetekend door de profeet Iddo.

Lees verder hoofdstuk 2 Kronieken 13