Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Koningen 4:29-32 Het Boek (HTB)

29. Elisa wendde zich tot Gehazi en zei: ‘Snel, pak mijn staf. Praat met niemand onderweg. Haast je en leg de staf op het gezicht van de jongen.’

30. Maar de moeder van de jongen zei: ‘Ik zweer bij God dat ik niet zonder u naar huis terugga!’ Dus ging Elisa samen met haar op weg.

31. Gehazi ging vooruit en legde de staf op het gezicht van het kind, maar er gebeurde niets. Er was geen teken van leven te bespeuren. Hij ging terug Elisa tegemoet en zei hem: ‘Het kind is nog steeds dood.’

32. Toen Elisa het huis binnenging, lag het kind inderdaad dood op het bed van de profeet.

Lees verder hoofdstuk 2 Koningen 4