Oude Testament

Nieuwe Testament

2 Koningen 21:19-20-26 Het Boek (HTB)

19-20. Amon was de nieuwe koning van Juda. Hij was tweeëntwintig jaar bij zijn troonsbestijging en regeerde twee jaar in Jeruzalem. Zijn moeder heette Mesullemeth, zij was een dochter van Haruz uit Jotba. Zijn bewind was goddeloos.

21. Hij deed alle goddeloze dingen die zijn vader Manasse ook had gedaan, hij aanbad dezelfde afgoden

22. en keerde de Here, de God van zijn voorouders, de rug toe. Hij gehoorzaamde Gods aanwijzingen niet.

23. Maar zijn naaste medewerkers smeedden een complot tegen hem en vermoordden hem in zijn paleis.

24. Het volk van het platteland nam dat echter niet, het doodde alle samenzweerders en plaatste Amons zoon Josia op de troon.

25. De rest van Amons levensbeschrijving is te vinden in de Kronieken van de koningen van Juda.

26. Hij werd begraven in een graf in de tuin van Uzza en zijn zoon Josia volgde hem op.

Lees verder hoofdstuk 2 Koningen 21