Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Samuël 28:15-21 Het Boek (HTB)

15. ‘Waarom hebt u mij gestoord door mij terug te halen?’ vroeg Samuël aan Saul. ‘Omdat ik enorme problemen heb,’ antwoordde hij. ‘De Filistijnen zijn met ons in oorlog en de Here heeft mij in de steek gelaten. Hij wil niet meer antwoorden door profeten of dromen, daarom heb ik u laten oproepen om te vragen wat ik moet doen.’

16. Maar Samuël antwoordde: ‘Wat heeft het voor zin mij te vragen? De Here heeft u immers verlaten en Hij is nu uw vijand geworden?

17. Hij heeft precies dat gedaan wat Hij had gezegd en u het koninkrijk afgenomen om het aan een ander te geven, aan David.

18. Dit alles is vandaag over u gekomen, omdat u de aanwijzingen van de Here niet hebt opgevolgd toen Hij zijn toorn op Amalek richtte.

19. En bovendien, het hele Isräelitische leger zal morgen worden verslagen door de Filistijnen en u en uw zonen zullen hier bij mij zijn.’

20. Na die woorden viel Saul languit op de grond, verstijfd van angst door wat Samuël had gezegd. Hij voelde zich ook slap door de honger, want hij had die hele dag nog niets gegeten.

21. Toen de vrouw zag hoe angstig hij was, zei zij: ‘Heer, ik gehoorzaamde uw bevel met gevaar voor mijn eigen leven.

Lees verder hoofdstuk 1 Samuël 28