Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Samuël 27:1-4 Het Boek (HTB)

1. David bleef echter bij zichzelf denken: ‘Op een dag krijgt Saul mij te pakken als ik in het land Israël blijf. Ik denk dat ik beter naar het gebied van de Filistijnen kan gaan tot Saul het opgeeft en mij niet langer achtervolgt, pas dan ben ik van hem verlost.’

2-3. Zo trokken David en de zeshonderd mannen die bij hem waren met hun gezinnen naar Gath, waar zij onder bescherming van koning Achis konden wonen. David bleef in Gath met zijn twee vrouwen, Ahinoam uit Jizreël en Abigaïl uit Karmel, de weduwe van Nabal.

4. Dat nieuws kwam koning Saul al spoedig ter ore en hij staakte de achtervolging.

Lees verder hoofdstuk 1 Samuël 27