Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Kronieken 7:34-40 Het Boek (HTB)

34. De zonen van zijn broer Somer waren Ahi, Rohega, Jehubba en Aram.

35. De zonen van zijn broer Hotham waren Zofah, Jimna, Seles en Amal.

36-37. De zonen van Zofah waren Suach, Harnefer, Sual, Beri, Jimra, Beser, Hod, Samma, Silsa, Jitran en Beëra.

38. De zonen van Jether waren Jefunne, Pispa en Ara.

39. De zonen van Ulla waren Arah, Hanniël en Rizja.

40. Deze nakomelingen van Aser waren hoofden van de diverse families en zeer bedreven in het voeren van oorlog en het leiding geven. Hun nakomelingen in de officiële registers telden zesentwintigduizend weerbare mannen.

Lees verder hoofdstuk 1 Kronieken 7