Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Kronieken 29:26-27-30 Het Boek (HTB)

26-27. David was veertig jaar koning van Israël, zeven jaar regeerde hij in Hebron en drieëndertig jaar vanuit Jeruzalem.

28. Hij stierf op hoge leeftijd, rijk en beroemd. Zijn zoon Salomo volgde hem op.

29. Uitvoerige levensbeschrijvingen van koning David zijn opgenomen in het verhaal van de profeet Samuël, in de geschiedenis beschreven door de profeet Nathan en in de geschiedenis die de profeet Gad beschreef.

30. Die vertellen over zijn bewind, zijn macht en alles wat met hem en Israël en de omringende landen en hun koningen gebeurde.

Lees verder hoofdstuk 1 Kronieken 29