Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Kronieken 21:7-9 Het Boek (HTB)

7. Maar deze volkstelling was een zondige daad in de ogen van God en Hij strafte Israël ervoor.

8. Maar David zei tegen God: ‘Ik ben degene die heeft gezondigd. Vergeef mij alstublieft deze misdaad, want ik besef nu hoe verkeerd het was dit te doen.’

9. De Here zei tegen Gad, de profeet van David:

Lees verder hoofdstuk 1 Kronieken 21