Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Kronieken 1:29-46 Het Boek (HTB)

29. De zonen van Ismaël waren Nebajot, de oudste, Kedar,

30. Adbeël, Mibsam, Misma, Duma, Massa, Hadad, Tema,

31. Jetur, Nafis en Kedema.

32. Abraham kreeg ook zonen van zijn bijvrouw Ketura. Dat waren achtereenvolgens Zimran, Joksan, Medan, Midjan, Jisbak en Suach. Joksans zonen waren Seba en Dedan.

33. De zonen van Midjan waren Efa, Efer, Henoch, Abida en Eldaä. Dit waren de nakomelingen die Abrahams bijvrouw Ketura hem gaf.

34. Abrahams zoon Isaak had twee zonen: Esau en Israël.

35. De zonen van Esau waren Elifaz, Reüel, Jeüs, Jalam en Korach.

36. De zonen van Elifaz waren Teman, Omar, Zefi, Gaëtam, Kenaz, Timna en Amalek.

37. De zonen van Reüel waren Nahat, Zerach, Samma en Mizza.

38. Tot de zonen van Esau behoorden tevens Lotan, Sobal, Sibon, Ana, Dison, Ezer en Disan. Lotans zonen waren: Chori en Homam.

39. Lotan had ook nog een zuster, die Timna heette.

40. De zonen van Sobal waren Aljan, Manahath, Ebal, Sefi en Onam. Sibons zonen waren Ajja en Ana.

41. De zoon van Ana was Dison en deze Dison had de volgende zonen: Hamran, Esban, Jitran en Keran.

42. De zonen van Ezer waren Bilhan, Zaäwan en Jaäkan. Disan had twee zonen: Uz en Aran.

43. Hier volgen de namen van de koningen van Edom, die regeerden voordat een koning over Israël regeerde: Bela, de zoon van Beor, die in de stad Dinhaba woonde.

44. Na de dood van Bela werd Jobab, de zoon van Zerach uit Bosra, de nieuwe koning.

45. Toen Jobab stierf, volgde Husam uit de streek van de Temanieten, hem op.

46. Na diens dood werd Hadad, de zoon van Bedad, koning. Hij regeerde vanuit de stad Awit. Hij was het die het leger van Midjan in de velden van Moab versloeg.

Lees verder hoofdstuk 1 Kronieken 1