Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Koningen 18:27-31-32 Het Boek (HTB)

27. Rond het middaguur begon Elia spottend commentaar te leveren. ‘U zult wat harder moeten schreeuwen,’ zei hij, ‘om de aandacht van uw god te trekken. Misschien is hij met iemand anders aan het praten of is hij ergens druk mee bezig. Wacht! Misschien is hij op reis. Of zou hij slapen? Dan moet u hem wakker maken.’

28. Zij begonnen nog harder te schreeuwen en, zoals hun gewoonte was, zichzelf met messen en zwaarden te snijden tot het bloed uit hun wonden gutste.

29. De hele middag bleven ze schreeuwen en hielden vol tot het tijd werd voor het avondoffer. Er kwam echter geen antwoord, geen stem, helemaal niets.

30. Toen riep Elia naar het volk: ‘Kom dichterbij!’ Iedereen verdrong zich rondom hem, toen hij het vernielde altaar van de Here overeind zette.

31-32. Hij pakte twaalf stenen, één voor elke stam van Israël, en gebruikte die om het altaar van de Here opnieuw op te bouwen. Daarna groef hij rond het altaar een brede greppel.

Lees verder hoofdstuk 1 Koningen 18