Oude Testament

Nieuwe Testament

1 Koningen 16:19-26 Het Boek (HTB)

19. Want ook hij had, net als Jerobeam, tegen de Here gezondigd. Hij vereerde afgoden en zorgde ervoor dat het volk Israël daaraan meedeed.

20. Het hele verhaal over Zimri en zijn samenzwering is opgenomen in de Kronieken van de koningen van Israël.

21. Nu was het koninkrijk Israël echter in twee delen uiteengevallen: de helft van de inwoners was trouw aan legeraanvoerder Omri en de andere helft volgde Tibni, de zoon van Ginath.

22. Maar Omri wist de machtsstrijd te winnen en Tibni overleed na verloop van tijd. Op die manier kwam Omri aan de macht zonder nog verdere mededingers te hebben.

23. Koning Asa van Juda had eenendertig jaar op de troon gezeten toen Omri in Israël aan de macht kwam. Dat duurde twaalf jaar, waarvan hij zes jaar vanuit Tirza regeerde.

24. Toen kocht Omri voor zestig kilo zilver de heuvel die bekend stond als Samaria van de eigenaar en bouwde daarop een stad. Hij noemde haar Samaria, naar Semer, de eigenaar.

25. Maar Omri was nog veel slechter dan alle andere koningen voor hem,

26. hij zondigde op dezelfde vreselijke manier als Jerobeam en liet het volk op diezelfde manier zondigen. Daarom was God toornig.

Lees verder hoofdstuk 1 Koningen 16