Oude Testament

Nieuwe Testament

Romeinen 8:23-29 Het Boek (HTB)

23. Dat geldt ook voor ons. Wij hebben als een voorproef van het nieuwe leven de Heilige Geest ontvangen, maar toch zuchten en verlangen ook wij naar de dag dat ons lichaam zal worden verlost van ziekte en dood.

24. Deze verwachting is onze redding. Maar het is nog niet zover, anders zou het geen verwachting meer zijn. Iets dat er al is, hoef je immers niet meer te verwachten.

25. Maar zolang het er nog niet is, blijven wij het geduldig verwachten.

26. De Geest helpt ons in onze zwakheid. Wij weten niet eens hoe wij moeten bidden. Daarom behartigt de Geest onze belangen met verzuchtingen waarvoor geen woorden zijn.

27. En God, die weet wat er in ons hart leeft, begrijpt wat de Geest bedoelt. Wat Hij voor de gelovigen vraagt, is in overeenstemming met Gods wil.

28. Eén ding weten wij: voor wie Hem liefhebben laat God alles meewerken voor hun bestwil, want Hij heeft een plan met hen.

29. Hij heeft altijd geweten wie Hem zouden liefhebben. En Hij bepaalde ook dat die mensen zijn Zoon zouden weerspiegelen. Want Hij wilde dat zijn Zoon de eerste en belangrijkste van vele broers zou zijn.

Lees verder hoofdstuk Romeinen 8