Oude Testament

Nieuwe Testament

Romeinen 11:30-35 Het Boek (HTB)

30. Vroeger verzette u zich tegen God. Maar omdat de Israëlieten zich tegen Hem hebben verzet, heeft Hij u nu genade gegeven.

31. Nu zijn zij het dus die zich tegen God verzetten, terwijl u genade hebt gekregen. Maar de bedoeling daarvan is dat zij ook genade zullen krijgen.

32. Want God heeft alle mensen aan de ongehoorzaamheid overgegeven om hun allemaal genadig te kunnen zijn.

33. Wat is God groot! Zijn rijkdom, wijsheid en kennis zijn onmeetbaar. Geen mens weet hoe Hij zijn beslissingen neemt. Het is onmogelijk zijn wegen na te gaan.

34. Wie kan vertellen wat er in de gedachten van de Here omgaat? Wie zou Hem ooit raad kunnen geven?

35. Wie heeft Hem ooit iets gegeven waarvoor Hij iets terug moet geven?

Lees verder hoofdstuk Romeinen 11