Oude Testament

Nieuwe Testament

Romeinen 1:19-24 Het Boek (HTB)

19. Want die mensen kunnen heel goed weten dat God er is. Hij heeft het hun Zelf bekendgemaakt.

20. God is wel onzichtbaar, maar uit alles wat Hij geschapen heeft, blijken zijn eeuwige kracht en goddelijkheid. Want sinds het ontstaan van de wereld is zijn bestaan duidelijk te herkennen uit wat Hij gemaakt heeft. Daarom hebben de mensen geen enkele verontschuldiging.

21. Hoewel de mensen in staat waren God te kennen, wilden zij Hem niet de eer geven die Hem toekomt en Hem niet eens danken voor alles wat Hij heeft gedaan. Zij hielden zich met allerlei ideeën bezig. In hun verdwazing raakten zij het spoor bijster.

22. Hoewel zij dachten dat ze alles wisten, waren zij in werkelijkheid dom.

23. In plaats van de eeuwige God te eren, maakten zij afgodsbeelden van sterfelijke mensen, vogels, zoogdieren en reptielen.

24. Daarom liet God hen een speelbal worden van hun eigen onreine begeerten en zo gingen zij elkaars lichamen misbruiken en onteren.

Lees verder hoofdstuk Romeinen 1