Oude Testament

Nieuwe Testament

Mattheüs 6:12-27 Het Boek (HTB)

12. Vergeef ons onze schulden, zoals wij anderen hun schulden vergeven.

13. Breng ons niet in beproeving, maar verlos ons van de duivel.

14. Want als u de mensen vergeeft wat zij verkeerd hebben gedaan, zal uw hemelse Vader ook u vergeven wat u verkeerd hebt gedaan.

15. Maar als u hen niet vergeeft, zal uw hemelse Vader ook u niet vergeven.

16. Nu iets over het vasten. Als u vast, doe dat dan niet opvallend zoals schijnheilige mensen. Want die proberen, door er somber en onverzorgd uit te zien, de mensen te laten weten dat zij vasten. Dat is dan ook de enige beloning die zij er ooit voor krijgen.

17. Maar als u vast, zorg dan dat u er verzorgd uitziet.

18. Dan zal niemand merken dat u vast, behalve uw Vader, die in het verborgene is. En die Vader, die ziet wat er in het verborgene gebeurt, zal u belonen.

19. Verzamel op aarde geen kostbaarheden, want die vergaan of worden gestolen.

20. U kunt beter kostbaarheden in de hemel verzamelen, waar ze nooit zullen vergaan of worden gestolen.

21. Want waar u uw kostbaarheden bewaart, daar zal ook uw hart naar uitgaan.

22. Het oog is de lamp van het lichaam. Als uw oog zuiver is en alleen op het goede gericht, leeft uw hele lichaam in het licht.

23. Maar als uw oog boosaardig is, leeft u geheel in het donker. En als het licht in uw innerlijk verduisterd is, in welk een duisternis leeft u dan niet.

24. U kunt niet twee heren dienen. Want u zult de ene haten en de andere liefhebben, of omgekeerd. Zo kunt u ook niet God dienen en tegelijk uw hart op het geld zetten.

25. Ik geef u deze raad: maak u geen zorgen over eten, drinken en kleren. Uw leven is belangrijker dan het voedsel! En uw lichaam is belangrijker dan kleding!

26. Let eens op de vogels. Die maken zich geen zorgen over wat zij moeten eten. Zij hoeven niet te zaaien of te oogsten of te bewaren, want God geeft hun wat zij nodig hebben. U bent voor Hem toch meer waard dan de vogels!

27. Al die zorgen maken uw leven geen dag langer.

Lees verder hoofdstuk Mattheüs 6