Oude Testament

Nieuwe Testament

Mattheüs 27:31-34 Het Boek (HTB)

31. Na deze bespotting deden zij Hem de rode mantel af, trokken Hem zijn eigen kleren weer aan en namen Hem mee om gekruisigd te worden.

32. Onderweg naar de strafplaats kwamen ze een man uit Cyrene tegen die Simon heette. De soldaten dwongen hem het kruis van Jezus te dragen.

33. Zo kwamen zij bij de heuvel Golgotha, dat betekent Schedelplaats.

34. De soldaten gaven Jezus wijn met een pijnstillend middel erin. Maar toen Hij ervan proefde, wilde Hij het niet drinken.

Lees verder hoofdstuk Mattheüs 27