Oude Testament

Nieuwe Testament

Mattheüs 27:10-15 Het Boek (HTB)

10. Daarvoor kochten ze het land van de pottenbakker. Dit moest ik van de Here zeggen.’

11. Jezus moest terechtstaan voor Pilatus, de Romeinse gouverneur. ‘Bent U de koning van de Joden?’ vroeg Pilatus Hem.

12. ‘U zegt het,’ antwoordde Jezus. De mannen van de Hoge Raad beschuldigden Jezus van alles en nog wat, maar Hij verdedigde Zich niet.

13. ‘Hoort U niet wat zij zeggen?’ vroeg Pilatus.

14. Tot zijn grote verbazing gaf Jezus geen antwoord.

15. Nu had de gouverneur de gewoonte ieder jaar met Pesach, het Joodse Paasfeest, een gevangene vrij te laten en de mensen mochten altijd kiezen wie dat zou zijn.

Lees verder hoofdstuk Mattheüs 27