Oude Testament

Nieuwe Testament

Mattheüs 26:34-40 Het Boek (HTB)

34. ‘Petrus,’ antwoordde Jezus. ‘De waarheid is dat jij voordat er vannacht een haan kraait, drie keer zult beweren dat je Mij niet kent.’

35. ‘Ik zou liever sterven!’ hield Petrus vol. Dat zeiden ook de andere leerlingen.

36. Diezelfde avond ging Jezus met hen naar Gethsémané, een tuin op de Olijfberg. ‘Blijf hier zitten,’ zei Hij tegen hen. ‘Ik ga wat verderop om te bidden.’

37. Hij nam alleen Petrus, Jakobus en Johannes mee. Hij begon angstig en onrustig te worden

38. en zei: ‘Mijn hart breekt van verdriet. Blijf hier met Mij waken.’

39. Hij ging een paar stappen verderop en knielde met zijn gezicht op de grond en bad: ‘Vader! Als het mogelijk is, laat deze beker dan aan Mij voorbijgaan. Maar niet wat Ik wil moet gebeuren, maar wat U wilt.’

40. Hij ging terug naar zijn drie leerlingen en zag dat zij in slaap waren gevallen. ‘Petrus,’ zei Hij. ‘Konden jullie niet een uur met Mij wakker blijven?

Lees verder hoofdstuk Mattheüs 26