Oude Testament

Nieuwe Testament

Mattheüs 23:13-22 Het Boek (HTB)

13. Maar pas op, bijbelgeleerden en Farizeeën! Huichelaars! Want u belet mensen het Koninkrijk van de hemelen in te gaan. En zelf gaat u er ook niet in! De mensen die er in willen gaan, worden door u tegengehouden.

14. U maakt de weduwen zelfs hun huis afhandig. En voor de vrome schijn zegt u lange gebeden op. De straf die u krijgt, zal daarom zwaarder zijn.

15. U bent stuk voor stuk huichelaars! Want u trekt stad en land door om één mens tot uw geloof te bekeren en dan wordt die wel twee keer zo slecht als u bent: klaar voor de hel!

16. Jullie zijn blinde leiders! U zegt dat het niets betekent als iemand bij de tempel zweert. Dan mag hij zijn eed breken. Maar zweert hij bij het goud van de tempel, dan moet hij zijn eed houden.

17. Wat een domme redenering! U bent stekeblind. Wat is belangrijker? Het goud of de tempel waardoor het goud heilig wordt?

18. Nog zoiets: u zegt dat het niets betekent als iemand bij het altaar zweert. Maar zweert iemand bij het offer op het altaar, dan mag hij zijn eed niet breken.

19. Jullie zijn werkelijk stekeblind! Wat is belangrijker? Het offer of het altaar dat het offer heilig maakt?

20. Wie zweert bij het altaar, zweert niet alleen bij het altaar, maar ook bij alles wat erop ligt.

21. En wie zweert bij de tempel, zweert niet alleen bij de tempel, maar ook bij Hem die erin woont.

22. En wie zweert bij de hemel, zweert bij de troon van God en bij God Zelf die op de troon zit.

Lees verder hoofdstuk Mattheüs 23