Oude Testament

Nieuwe Testament

Mattheüs 23:10-27 Het Boek (HTB)

10. Laat u ook nooit leraar noemen, want u hebt maar één Leraar en dat ben Ik, de Christus.

11. De belangrijkste onder u moet de anderen dienen.

12. Wie zichzelf verheft, zal vernederd worden, maar wie zichzelf vernedert, zal verheven worden.

13. Maar pas op, bijbelgeleerden en Farizeeën! Huichelaars! Want u belet mensen het Koninkrijk van de hemelen in te gaan. En zelf gaat u er ook niet in! De mensen die er in willen gaan, worden door u tegengehouden.

14. U maakt de weduwen zelfs hun huis afhandig. En voor de vrome schijn zegt u lange gebeden op. De straf die u krijgt, zal daarom zwaarder zijn.

15. U bent stuk voor stuk huichelaars! Want u trekt stad en land door om één mens tot uw geloof te bekeren en dan wordt die wel twee keer zo slecht als u bent: klaar voor de hel!

16. Jullie zijn blinde leiders! U zegt dat het niets betekent als iemand bij de tempel zweert. Dan mag hij zijn eed breken. Maar zweert hij bij het goud van de tempel, dan moet hij zijn eed houden.

17. Wat een domme redenering! U bent stekeblind. Wat is belangrijker? Het goud of de tempel waardoor het goud heilig wordt?

18. Nog zoiets: u zegt dat het niets betekent als iemand bij het altaar zweert. Maar zweert iemand bij het offer op het altaar, dan mag hij zijn eed niet breken.

19. Jullie zijn werkelijk stekeblind! Wat is belangrijker? Het offer of het altaar dat het offer heilig maakt?

20. Wie zweert bij het altaar, zweert niet alleen bij het altaar, maar ook bij alles wat erop ligt.

21. En wie zweert bij de tempel, zweert niet alleen bij de tempel, maar ook bij Hem die erin woont.

22. En wie zweert bij de hemel, zweert bij de troon van God en bij God Zelf die op de troon zit.

23. Bijbelgeleerden en Farizeeën! Het ziet er voor u slecht uit! Huichelaars, u geeft tien procent van wat u heeft aan munt en andere kruiden aan de tempel, maar waar het op aankomt, goedheid, medelijden en trouw, daar houdt u zich niet mee bezig. U moet het ene doen en het andere niet nalaten.

24. Jullie zijn blinde leiders en zeven de wijn om er een mug uit te halen. Maar een kameel slikt u door.

25. Bijbelgeleerden en Farizeeën! Het ziet er voor u slecht uit! Huichelaars, u maakt de bekers en schotels van buiten schoon, maar ziet niet dat ze van binnen vol roof en hebzucht zitten.

26. Blinde Farizeeën! Maak eerst de binnenkant van de beker schoon. Dan zal ook de buitenkant schoon worden.

27. Bijbelgeleerden en Farizeeën! Het ziet er voor u slecht uit! Huichelaars, jullie lijken op witgekalkte graven, die er van buiten mooi uitzien, maar van binnen vol doodsbeenderen en bederf zitten.

Lees verder hoofdstuk Mattheüs 23