Oude Testament

Nieuwe Testament

Mattheüs 23:1-8 Het Boek (HTB)

1. Jezus zei tegen de mensen en zijn leerlingen:

2. ‘De bijbelgeleerden en de Farizeeën moeten de wet van Mozes handhaven.

3. U moet precies doen wat zij zeggen. Maar hun voorbeeld mag u beslist niet volgen. Ze doen zelf niet wat zij zeggen.

4. Ze leggen de mensen enorme lasten op, maar steken zelf geen vinger uit om die te verlichten.

5. Alles wat zij doen, is om op te vallen. Ze binden hun gebedsriemen, met wetteksten erin, op hun linkerarm en hun voorhoofd. Om heilig te lijken, maken ze die extra breed. En de kwasten aan hun kleren, die aan Gods geboden herinneren, maken ze extra lang.

6. Zij vinden het heerlijk om bij de maaltijden aan het hoofd van de tafel te zitten. Zij genieten ervan als zij in de synagoge de voornaamste plaatsen krijgen

7. en voelen zich gevleid als ze op straat eerbiedig worden gegroet, als men hen met rabbi of meester aanspreekt.

8. Maar Ik waarschuw u: laat u nooit zo noemen. Want u hebt maar één Meester en u bent allemaal broers en zusters van elkaar.

Lees verder hoofdstuk Mattheüs 23