Oude Testament

Nieuwe Testament

Mattheüs 12:1-10 Het Boek (HTB)

1. In die tijd wandelde Jezus eens op een sabbat met zijn leerlingen door de korenvelden. De leerlingen kregen honger, plukten wat aren af en aten de graankorrels op.

2. Enkele Farizeeën zagen het en zeiden: ‘Kijk eens, uw leerlingen doen iets dat niet mag. Zij oogsten op de sabbat.’

3. Maar Jezus antwoordde: ‘Hebt u niet gelezen wat koning David deed, toen hij en zijn vrienden honger kregen?

4. Hij ging Gods tempel binnen en at samen met zijn vrienden het heilige brood op. Dat mocht ook niet, want dat brood is alleen voor de priesters bestemd.

5. En hebt u niet in de wet van Mozes gelezen dat de priesters op de sabbat in de tempel mogen werken?

6. Maar Ik zeg u: hier staat iemand die meer is dan de tempel!

7. Er is geschreven: “Ik wil dat u met andere mensen meeleeft, het gaat Mij niet om uw offers!” Als u begreep wat daarmee wordt bedoeld, zou u geen onschuldige mensen hebben veroordeeld.

8. Ik, de Mensenzoon, beslis wat op de sabbat wel en niet mag.’

9. Hij ging naar de synagoge.

10. Daar zag Hij een man met een verschrompelde hand. De Farizeeën vroegen Hem: ‘Mag men op de sabbat iemand genezen?’ Zij hoopten dat Hij ‘Ja’ zou zeggen. Dan zouden zij een reden hebben om Hem aan te klagen.

Lees verder hoofdstuk Mattheüs 12