Oude Testament

Nieuwe Testament

Marcus 5:8-15 Het Boek (HTB)

8. Want Jezus had tegen de boze geest gezegd: ‘Duivelse geest! Ga uit die man weg!’

9. En Hij vroeg de geest ook naar zijn naam en die antwoordde: ‘Legioen heet ik, want wij zijn hier met velen.’

10. En hij smeekte: ‘Jaag ons niet ver weg! Wij willen in deze buurt blijven!’

11. Nu liep er op de helling een grote kudde van zo'n tweeduizend varkens eten te zoeken.

12. De boze geesten smeekten: ‘Laat ons alstublieft in die varkens gaan! Stuur ons daar maar in!’

13. Jezus vond dat goed. De geesten kwamen uit de man en gingen in de varkens. Op hetzelfde moment stormde de hele kudde de helling af, het meer in. Ze verdronken allemaal.

14. De varkenshoeders sloegen op de vlucht en vertelden overal wat zij hadden meegemaakt. Van alle kanten kwamen mensen naar Jezus toe om te zien wat er gebeurd was.

15. Zij zagen de man die een boze geest had gehad. Hij had nu kleren aan en was volledig bij zijn verstand.

Lees verder hoofdstuk Marcus 5