Oude Testament

Nieuwe Testament

Marcus 5:37-43 Het Boek (HTB)

37. Hij wilde niet dat er veel mensen met Hem meegingen. Alleen Petrus, Jakobus en Johannes mochten mee.

38. Toen zij bij het huis van Jaïrus kwamen, klonk daar gehuil en gejammer!

39. Jezus ging naar binnen en vroeg: ‘Waarom maakt u zo'n lawaai? Waar is dat gehuil voor nodig?

40. Het kind is niet gestorven, het slaapt.’ Zij lachten Hem in zijn gezicht uit. Maar Jezus stuurde ze allemaal de deur uit en ging samen met de ouders en zijn drie leerlingen naar de kamer van het kind.

41. Hij nam haar bij de hand en zei: ‘Talita koem,’ dat betekent: Sta op, meisje.

42. Het meisje, dat twaalf jaar was, sprong uit haar bed en kon meteen weer lopen! Haar ouders wisten niet wat zij zagen. Zij waren er helemaal ondersteboven van.

43. Jezus drukte hen op het hart niemand te vertellen wat er was gebeurd. Voor Hij wegging, zei Hij dat ze het meisje iets te eten moesten geven.

Lees verder hoofdstuk Marcus 5