Oude Testament

Nieuwe Testament

Marcus 5:28-32 Het Boek (HTB)

28. ‘Als ik zijn kleren maar kan aanraken, zal ik beter worden,’ dacht zij.

29. Het bloeden hield onmiddellijk op en zij merkte dat ze genezen was. Ze verloor geen bloed meer.

30. Op dat moment draaide Jezus Zich om en vroeg: ‘Wie heeft mijn kleren aangeraakt?’ Want Hij voelde dat er kracht van Hem was uitgegaan.

31. Zijn leerlingen zeiden: ‘Hoe kunt U dat nu vragen? U staat midden tussen de mensen!’

32. Maar Hij keek rond om te zien wie het geweest was.

Lees verder hoofdstuk Marcus 5