Oude Testament

Nieuwe Testament

Marcus 5:26-31 Het Boek (HTB)

26. Zij had veel geleden omdat er veel aan haar was gedokterd. Al haar geld had zij eraan uitgegeven, maar het had niets geholpen. Ze was eerder achteruitgegaan.

27. Maar nu had ze gehoord over de wonderen die Jezus deed. Zij wrong zich tussen de mensen door naar Hem toe en raakte van achteren zijn kleren aan.

28. ‘Als ik zijn kleren maar kan aanraken, zal ik beter worden,’ dacht zij.

29. Het bloeden hield onmiddellijk op en zij merkte dat ze genezen was. Ze verloor geen bloed meer.

30. Op dat moment draaide Jezus Zich om en vroeg: ‘Wie heeft mijn kleren aangeraakt?’ Want Hij voelde dat er kracht van Hem was uitgegaan.

31. Zijn leerlingen zeiden: ‘Hoe kunt U dat nu vragen? U staat midden tussen de mensen!’

Lees verder hoofdstuk Marcus 5