Oude Testament

Nieuwe Testament

Marcus 4:14-30 Het Boek (HTB)

14. De boer is hij die Gods woord bekendmaakt.

15. Het zaad dat op het pad terechtkomt, zijn de mensen die wel het woord van God horen, maar het meteen weer vergeten. De duivel neemt Gods woord weg zodra het gezaaid is.

16. Het zaad dat op steenachtige grond terechtkomt, zijn de mensen die het woord van God horen en meteen erg enthousiast zijn.

17. Maar het schiet geen wortel bij hen, ze zijn oppervlakkig. Als zij door hun enthousiasme over Gods woord problemen krijgen, moeten zij er ineens niets meer van hebben.

18. Het zaad dat tussen de distels terechtkomt, zijn de mensen die het woord van God horen en er ook in geloven.

19. Maar de zorgen van het leven, de zinloze jacht naar rijkdom en het verlangen naar allerlei andere dingen krijgen de overhand, en zo doen deze mensen niets met wat zij hebben gehoord.

20. Maar het zaad dat in goede grond terechtkomt, stelt de mensen voor die het woord van God horen, er met hun hele hart in geloven en er ook wat mee doen. Het zaad brengt vrucht voort in hun leven, tot dertig, zestig en wel honderd keer zoveel als er is gezaaid.’

21. Daarna zei Jezus: ‘Als je een lamp aansteekt, zet je er toch geen emmer overheen? En je verstopt hem ook niet onder een bed. Je zet hem juist op een standaard.

22. Zo zal alles wat geheim of verborgen is, eens aan het licht komen.

23. Onthoud dat goed!

24. Let goed op wat je nu hoort. God zal je geven naar de maat waarmee je zelf meet.

25. Ja, nog meer. Want wie iets heeft, zal er veel bij krijgen. Maar wie niets heeft, zal ook nog kwijtraken wat hij meent te hebben.

26. Het Koninkrijk van God kan vergeleken worden met een boer die zijn land inzaaide.

27. Na verloop van tijd kwam het zaad op.

28. Het groeide vanzelf zonder dat de boer er iets aan deed. Eerst kwamen er jonge halmpjes uit de grond. Later kregen ze aren. Ten slotte kwamen er dikke, volle graankorrels in de aren.

29. Zodra het graan rijp was, nam de boer zijn sikkel en haalde de oogst binnen.

30. Waarmee kunnen wij het Koninkrijk van God nog meer vergelijken? Wat zal Ik zeggen?

Lees verder hoofdstuk Marcus 4