Oude Testament

Nieuwe Testament

Marcus 12:5-8 Het Boek (HTB)

5. De eigenaar stuurde nog een knecht en die moest het met zijn leven bekopen. Daarna stuurde hij nog vele anderen, maar ze werden stuk voor stuk mishandeld of vermoord.

6. Nu had hij nog maar één over, zijn geliefde zoon. Ten slotte stuurde hij hem, want hij dacht bij zichzelf: “Mijn zoon zullen zij wel ontzien.”

7. Maar de boeren zeiden tegen elkaar: “Daar is de erfgenaam! Kom, we slaan hem dood, dan is de wijngaard van ons!”

8. Zij grepen hem, sloegen hem dood en gooiden hem de wijngaard uit.

Lees verder hoofdstuk Marcus 12