Oude Testament

Nieuwe Testament

Marcus 10:22-28 Het Boek (HTB)

22. Het gezicht van de man betrok. Verdrietig ging hij weg, want hij was erg rijk.

23. Jezus keerde Zich om en zei tegen zijn leerlingen: ‘Wat is het voor rijke mensen moeilijk om in het Koninkrijk van God te komen.’

24. De leerlingen waren hoogst verbaasd. Daarom zei Jezus: ‘Ja, het is verschrikkelijk moeilijk om in het Koninkrijk van God te komen.

25. Het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te kruipen, dan voor een rijke om het Koninkrijk van God binnen te gaan.’

26. De leerlingen wisten niet meer wat zij ervan moesten denken. ‘Maar wie kan er dan ooit gered worden?’ vroegen zij.

27. Jezus keek hen aan en zei: ‘Menselijk gezien, niemand! Maar bij God is alles mogelijk.’

28. ‘Wij hebben alles achtergelaten om U te volgen,’ merkte Petrus op.

Lees verder hoofdstuk Marcus 10